Selecteer een pagina

We dansen al een half uur op filmpjes van het internet. Filmpjes die anderen hebben opgenomen vanuit een dansgame op de console. Instructievideo’s hoe je kan leren dansen. Filmpjes van kinderdansjes waarin je dieren na moet doen. Iedereen met (klein)kinderen en toegang tot YouTube, kent waarschijnlijk wel het “Vliegerlied”, de “Penguindans” en niet te vergeten “dans met tante Rita”. Nou, dit is dan zeg maar het stadium daarna. Hoewel die liedjes natuurlijk wel even voorbij moesten komen, maar dat terzijde. Nog een paar half uurtjes verder, hebben we er wel even genoeg van. We ploffen uitgelaten op de bank neer.

Gek doen is makkelijk als je kinderen in huis hebt. Vind ik. Wij doen heel vaak gek. We maken rare woordgrappen en bedenken woorden die helemaal niet bestaan. We proberen rare loopjes uit, bespreken gekke fantasiewerelden en praten over hybride dieren die gaaf zouden zijn om eens te zien. We experimenteren met van alles, kun je lego-vormpjes ook gebruiken tijdens het kleien? Kun je een afdruk op een schilderij maken met je billen? Heerlijk. Kan het iedereen aanraden.

Als de kinderen wat ouder (en dus serieuzer) worden, zal dit gekke gedoe bij ons in huis wel minder worden. Jammer!

Want wat is het toch, dat wij als volwassenen altijd maar zo serieus moeten zijn? Een tijdje geleden schreef ik in mijn verhaaltje “PLAYLIST” dat ik soms heel hard meezing met de muziek. Als ik alleen ben. Want andere mensen vinden dat natuurlijk een beetje gek (en ik kan me ook voorstellen: niet om aan te horen). Als je op straat iets geks doet, zonder de kinderen, zie je mensen denken “doe even normaal”. Dus doen we dan maar ‘normaal’ met z’n allen. Want stel je voor…

Toch zit er in dat gek doen – het uit de band springen en onverwachte dingen beleven – iets heel waardevols. In mijn revalidatietraject kwam ik het laatst tegen. Ik ben namelijk, naast dat gek doen, ook behoorlijk streng voor mezelf. Ik wil graag dat het altijd goed met mij gaat. Tuurlijk, iedereen heeft wel eens een slechte dag. Maar ik heb serieus veel moeite om me over te geven aan een zware dip. Die sla ik gewoon liever over (zoals je je misschien best kan voorstellen). Ik vecht me er doorheen. En hoe verder ik in de dip verstrikt raak, des te strenger ik voor mezelf word.

Dat streng zijn voor jezelf schijn je te kunnen doorbreken. En ook de bereidheid om je over te geven aan zo’n dip. Dat zou het geheel natuurlijk makkelijker moeten maken. Iets dragelijker ofzo. Maar ik ben nog niet helemaal overtuigd… het fascineert me wel zeker, dus ik ga er dan toch mee aan de slag. Je moet alles in het leven maar gewoon proberen!

Ok. Ik ga dus de bereidheid trainen om me over te geven aan de vervelende dingen die in mijn leven gebeuren. De “ziekte” is namelijk onvermijdelijk. Of je nou vecht of vlucht, het is niet erg helpend. Zo blijkt. Dus dan maar omarmen?

Je zet een stap dichter naar het omarmen, door dingen te ervaren die je normaal belachelijk zou vinden. Dat wordt nog een uitdaging, want ik vind niet zo veel dingen belachelijk. HA!

Maar, aan die strengheid voor mezelf en de onwil tot overgave, liggen bepaalde regels ten grondslag. Regels die ik van mezelf (of zoals je ook zou kunnen denken: vanuit de maatschappij) opgelegd krijgt. Die regels zou ik dus anders moeten gaan bekijken als ik af en toe iets geks doe.  En ook: bewust zo’n regel van mezelf ga breken.

Op mijn briefje van de therapeut staat dan: bewust te laat komen (ik zeg alvast: excuses op voorhand), een ochtend geen koffie drinken (lijkt me niet zo lastig), een keer niet mijn tanden poetsen (check), een keer een andere route naar school lopen (doen we regelmatig), een dag niet naar het journaal kijken (doe ik sowieso al niet)…

Voorbeelden genoeg, maar het inspireert me nog niet.

Als ik mijn geest de vrije hand geeft komen er wel dingen. Ideeën zoals: de hele weg naar de supermarkt (met de auto) achteruit rijden, een middag in een boom zitten en thee drinken met vriendinnen, proberen mijn plafond te beklimmen met plakhandschoenen, op de fiets stappen om twee weken lang door te blijven fietsen en maar zien waar we uitkomen, een geheimtaal bedenken…

Nou ja, je snapt het. Ik heb geen moeite met het doorbreken van de regels en het bedenken van gekke dingen. Voor dit onderdeel van de revalidatie ben ik alvast geslaagd, besluit ik bij deze. Toch blijf ik volhouden en proberen. Want elk stukje winst, is weer een stapje…

De aanhouder wint.

Groetjes, Eline

Eline Kwantes is 33 jaar en woont met haar jonge gezin in Uitgeest. Ze heeft een eigen bedrijf, dat zich in het basisonderwijs bezig houdt met digitale media en “toekomstdenken” over nieuwe technologie. Daarnaast is ze het liefst zo vaak mogelijk in de natuur en is in opleiding tot (hobby)chocolatier. Ze worstelt regelmatig met (vermoeidheid en pijn door) RA.

Dit artikel werd eerder door Eline gepubliceerd op de website van de reuma vereniging Alkmaar

Bron afbeeldingen: Shutterstock